Het is voor ons dagelijkse kost dat honden beginnen te blaffen wanneer we bij de mensen aanbellen. Altijd beginnen ze te blaffen na het belsignaal. Het is stillekesaan onze ondervinding dat honden graag blaffen. Wat ze ook graag doen is samen met hun baasje naar de voordeur lopen om heel de gang te vullen met hun kabaal zodat elke vorm van verbale communicatie bijzonder moeilijk wordt. Wel vanmorgen ben ik de eerste hond van heel de inforeis tegengekomen die zo slim was dat hij erin slaagde mij lastig te vallen zonder dat er iemand thuis was om de deur te komen opendoen. Even nadat ik had aangebeld kwam er tot mijn verbazing geen mensenstem door de luidspreker van de parlofoon, maar hondengeblaf! Dat smerige mormel, goed wetend dat niemand thuis was om de deur te komen opendoen om zijn blafritueel in de gang mogelijk te maken, had zelf de hoorn afgenomen om mij via te parlofoon te treiteren! “ARF! ARF! ARF!” kefte hij er plots op los terwijl mijn oor dicht tegen de luidspreker gedrukt was om de persoon die zogezegd ging spreken goed te verstaan. De smeerlap. Mijn oor heeft nog tot tien minuten daarna gesuisd. Venijnig mormel: 1, Jan De Bruyn: 0. Maar ik pak hem nog wel terug, het geslepen stuk huisdier.
Mijn kompaan Bachir had al niet veel meer geluk met parlofoons. De vrouw die hij moest te woord staan was ofwel potdoof, ofwel in het bezit van de meest versleten parlofoon in heel Deurne. We gaan ervan uit dat het mens niet potdoof was, want dan zou ze toch zeker de parlofoon niet gebruiken? Dan had ze niet alleen potdoof maar ook aartsdom geweest.
“Het is om u even te…”
“Wa zegde?” werd mijn kompaan onderbroken.
“Het is om u even te…”
“Wa zegde?” onderbrak ze hem op dezelfde plaats van zijn zin.
“Het is om u even…”
“Wa zegde?” klonk het een derde keer op een perfect identieke manier alsof er een plaat bleef hangen. Het effect was zo komisch dat Bachir zich niet meer kon bedwingen en in de lach schoot. Zou ze dat wél gehoord hebben? We waren u niet aan het uitlachen hoor mevrouw! Het was gewoon zo dat de situatie op een humoristische sketch begon te lijken. De rest van de dag is toch verlopen zonder andere parlofoonincidenten.
Op het einde van de dag, toen we op het punt stonden naar huis te vertrekken, werd onze aandacht door een walm biergeur getrokken die kortstondig onze neuzen binnendrong en plots weer verdwenen was.
“Jan riekt gij dat ook?” vroeg mijn kompaan.
“Ja, en nu is het al terug weg. Da’s wel straf. Waar kwam dat vandaan?”
Op dat moment viel onze euro dat er juist een brommer was voorbijgereden en dat die biergeur ons in het gezicht waaide exact op het moment dat die brommer ons passeerde.
“Het kan toch ni dat die kerel zo hard naar het bier stinkt dat wij zijn adem kunnen rieken wanneer hij tegen zestig per uur voorbij rijdt en een helm op heeft? Hoeveel moet die dan ni gezopen hebben??” zei Bachir verontwaardigd.
“Of anders heeft hij in plaats van naft Jupiler in zijn brommerke gestoken in de hoop dat het wa rapper zou gaan? Ge weet nooit wat mensen durven proberen, met al die reclamespotjes die het hebben over ‘mannen weten waaro…’ maar wacht eens… natuurlijk! Dat is natuurlijk die madam uit Ekeren die teveel Jupiler drinkt en ondertussen weet waarom! Als er één persoon is die zoveel Jupiler kan drinken dat we haar adem zelfs doorheen haar helm rieken wanneer ze tegen zestig per uur voorbij raast, dan is zij het wel. Ze heeft ondertussen al zoveel Jupiler in haar kas geslagen dat ze niet alleen een snor heeft aangekweekt, maar ook nog eens met een stoere mannelijke brommer is beginnen rijden!”
“Heel opmerkzaam mijn waarde conflater, ik ben onder de indruk. Waar gaat dat naartoe als ze zo verder blijft doen? De kans is reëel dat ze binnenkort met haar getatoeëerd bloot bovenlijf (ze zal tegen dan ook wel geen tieten meer hebben zeker?) op een Harley Davidson de stad onveilig maakt met een woeste snor onder haar neus en een vikingshelm op hare kop.”
“Waarom een vikingshelm?”
“Gewoon voor de show.”
“Ah ok.”
“En ook voor de hoorns die erop staan. Om het gebrek aan een piemel te compenseren.”
“Euh… oké.”
“Om er vanalles mee te kunnen bevredigen.”
“Euh… oké!”
Tijd voor mijn kompaan om wat te rusten voor vandaag. Hij begint een beetje door te draaien.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.