Het is misschien wel zo dat we na een week inforeis al wat gehard zijn, dat onze voeten niet meer zo’n formidabele marteling moeten doorstaan en dat we vertrouwd beginnen te geraken met aan de mensen hun deur te staan bellen. Maar dat neemt niet weg dat er ons nog heel oncomfortabele momenten in Ekeren staan te wachten.
Zo begon
de eerste dag van onze tweede week al bijzonder gênant.
Bij het bewandelen van de Prinshoeveweg zagen we ons genoodzaakt acrobatische
toeren uit te halen om onder een brug door te geraken. Waarom vraagt
u zich misschien af. Awel omdat er geen fucking trottoir was en het lawaai
van de voorbijrazende auto’s ons verontrustend bloedlustig in de
oren klonk. De kledij die we dragen is ook niet echt gepast om de acrobaat
uit te hangen of aan ballet te doen. Het beeld van twee sjiek in het
zwart geklede mannen die langs de baan de ballerina uithangen is op zijn
minst hilarisch. Aan alle mensen die ons hebben bezig gezien: gelieve
wat u hebt waargenomen voor uzelf te houden. Dank bij voorbaat.
Vervolgens
had mijn kompaan Bachir een bijzonder oncomfortabel moment toen er een
deur voor hem open ging en hij niet goed wist wat er nu juist had open
gedaan. Kijk, normaal beginnen we onze zin met iets in de aard van ‘Goeiemorgen
meneer’ of ‘Goeiemiddag mevrouw’ om
vervolgens de mensen zeer kort te informeren. Maar toen deze deur voor
mijn kompaan open ging had hij geen flauw idee hoe zijn zin te beginnen.
Hij kon namelijk met de beste wil van de wereld niet ontdekken of de
persoon die voor hem stond van het mannelijke of het vrouwelijke geslacht
was.
Niet dat hij zijn best niet deed, hij deed integendeel bijzonder veel moeite om het geslacht van deze persoon te achterhalen, maar voor elke vrouwelijke trek die hij in het gezicht kon bespeuren vond hij ook een duidelijke mannelijke eigenschap die daar tegenover stond.
“Het was dus ofwel ne vent met een jannettebakkes of een manwijf dat teveel Jupiler heeft gedronken en ondertussen weet waarom.” grapte Bachir achteraf.
“Met alle respect voor deze persoon die trouwens heel vriendelijk bleek te zijn. Het was gewoon een nogal onrustwekkende ervaring”
Om een genante situatie te voorkomen is hij zijn zin dan maar begonnen met gewoon ‘Goeiedag’ zondermeer.
Een ander oncomfortabel
moment had ik vandaag toen een man opendeed die mij wel heel eigenaardig
aankeek. Ik had heel even schrik dat hij waanzinnig was en zodadelijk ‘maakt
mij kapot!’ zou beginnen
roepen of iets dergelijks. Die zot van vorige vrijdag zat nog vers in
het geheugen. Maar nee, deze man was heel vriendelijk. Toch had ik een
onbeschrijfelijk gevoel van onbehagen bij het waarnemen van zijn blik.
Zijn rechteroog daar had ik geen probleem mee. Het bewoog normaal, het
knipperde sporadisch en het toonde emotie. Het lachte mee wanneer de
man glimlachte.
Het linkse oog daarentegen deed me kippenvel krijgen. Het had een lege en ijskoude glans in zich, en het staarde me continu aan met een onverbiddelijke doordringendheid.
Dat zorgde ervoor dat de ene zijde van de man zijn gezicht heel menselijk was, maar de andere zijde precies in een fragment van de film Terminator was gebruikt. Ik herkende diezelfde blik wanneer Arnold Schwarzenegger die onschuldige burgers aan stukken maait in die café-scène.
Mijn opluchting was groot toen ik doorhad dat de man een glazen oog had. Wat een onwennig gevoel moet het zijn zo’n glazen oog te hebben.
Zo dacht een andere man die ik vandaag te woord stond er blijkbaar ook over. Toen hij zijn deur opende hield hij zijn rechteroog bedekt met zijn hand. Er zit misschien iets in zijn oog dacht ik. Maar toen ik hem een flyer overhandigde bleek tot mijn ontsteltenis dat er helemaal geen rechteroog aanwezig was. En in tegenstelling tot de vorige eenogige had hij ook geen glazen oog om de leegte op te vullen. Zijn oogkas was een diepe ronde holte in zijn schedel bedekt met een dun laagje huid. Wat was me dat verschieten. Dan toch nog liever zo’n Terminator-oog als ik kan kiezen.
Om al die lastige en onrustwekkende ervaringen af
te sluiten werd ik tegen het einde van de dag aangesproken door een
paar flikken in hun flikkenbak. Ik moest mijn identiteitskaart laten
zien en uitleggen waarom ik in die outfit deur aan deur bij de mensen
aanbel.
“Jan, nu zit ge in de problemen jong.” dacht ik bij mezelf. “Die mannen denken dat ge een terrorist zijt, dat er een lading TNT in uw aktetas zit om de Sint-Lambertus kerk van Ekeren op te blazen en dat ge oude madammekes afranselt met uw zwarte paraplu.”
Maar die agenten waren uiteindelijk vrij vriendelijk. Ze leken zelfs een beetje geïnteresseerd in de beweging NEE en ze vroegen naar een flyer. Ze hebben mij dan ook rustig laten verder doen. Bleek dat ze op zoek waren naar enkele personen die naar verluid de mensen in de buurt lastig vielen.
Een tiental minuten later kwam er weer een flikkenbak voorbij, een andere deze keer.
Deze flikken waren blijkbaar al op de hoogte van wat wij aan het doen zijn in Ekeren, want het eerste wat hij tegen me zei was: “Golle zijt hier al lang aan het rondgaan hé, hebt gij iemand met een rood-wit hemdje gezien?”
Nee zo iemand had ik niet gezien. Ik heb die agent wel verzekerd dat ik het politiebureau zou bellen moest ik hem tegen het lijf lopen.
Zijn wij ondertussen zo’n bekend fenomeen geworden in Ekeren dat de Ekerse politie ons wil inzetten voor opsporingsacties?
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.