Ik moet het toegeven. Ondanks het feit dat hij me te pas en te onpas een miet noemde heeft mijn kompaan Bachir er met zijn constante aanwezigheid weldegelijk voor gezorgd dat de slopende deurentocht door Antwerpen voor mij draaglijk werd. Wie had ikzelf anders heel de dag voor miet moeten uitschelden? Maar ook zijn zotte toeren hebben me tijdens de lange dagen kunnen entertainen. Hij heeft er een eindje van weg om met momenten bijzonder waanzinnige opmerkingen te maken en absurde vragen te stellen. Zoals toen we voorbij een plakkaatje met het opschrift ‘vrouwenarts’ kwamen dat hij zich afvroeg of dat geen foute bewoording was.
‘Het woord arts wordt toch voor zowel voor mannen als vrouwen gebruikt? Waarom zeggen ze er bij deze dan expliciet bij dat het een vrouw is?’ zei hij doodserieus. Ik weet nog altijd niet zeker of het een grap was of niet, maar ik heb in ieder geval smakelijk gelachen voordat ik hem uitlegde dat er een verschil bestaat tussen een ‘vrouwenarts’ en een ‘vrouwelijke arts’, en dat ge het tweede in geen honderd jaar op een verguld plakkaatje aan de gevel zult zien hangen. Feministen wereldwijd zouden daar ook niet al te hartelijke mee kunnen lachen. Buiten dat soort occasionele hilarische uitlatingen heeft mijn kompaan het voorbije jaar ook een hoop stoten uitgehaald waar ik mij kostelijk mee heb kunnen amuseren.
Zo waren we op een morgen eens naar de bushalte aan het wandelden en luchtig aan het praten over onze inforeiservaring van de voorbije dagen. Toen er plotseling een bus kwam voorbijgereden leek het alsof er een 220 volt stroomstoot door het lichaam van mijn kompaan schoot, want hij schoot met een spastische schok in actie en begon als voor zijn leven naar de bushalte te spurten.
‘De bus!’ hoorde ik hem nog gillen in een poging om mij tot sprinten aan te zetten. Zijn lange jas flapperde hulpeloos achter hem aan. ‘De bus is er!’
Ik bleef even staan om hem vol verbijstering aan te staren. De bus die hij achterna joeg was niet diegene die we moesten nemen, merkte ik onmiddellijk op. Deze reed in tegengestelde richting. Maar mijn kompaan bleef als een bezetene naar de twee bushaltes razen die tegenover elkaar aan weerskanten van de straat stonden. Pas toen hij volledig buiten adem was aangekomen bij de bushalte viel zijn euro dat de naderende bus van de verkeerde richting kwam en aan de andere halte ging stoppen. Ik lag ondertussen strijk van het lachen. Ook de momenten waarop hij onbevreesd door een dichtbegroeide voortuin marcheerde hebben ettelijke memorabele momenten opgeleverd. Die keer dat hij een halve boom in zijn jas had gevangen was toch wel één van onze meest uitgesproken jasincidenten waarbij ik me dan ook niet kon bedwingen om er een foto van te nemen.
Maar soms is hij toch een beetje te ver gegaan. Omdat we bij iedereen aanbellen is ons overkomen toch wel redelijk belangrijk. Wanneer ik dus op een bepaald moment enkele witte vlekken op mijn kompaan zijn broek zag, juist op de plaats van zijn kruis dan nog wel, voelde ik mij toch verplicht om hem daarover aan te spreken, hoe gevoelig dergelijk onderwerp ook mag zijn.
‘Kerel, ge hebt witte plekken op uwe piet hangen!’ bracht ik tactvol aan. ‘Ge zijt precies te enthousiast met uwe ‘fwietfwietfwiet’ geweest en ‘pt pt pt’ te vrolijk in het rond gefloten.’ Het is belangrijk om dergelijk gevoelige onderwerpen op een delicate wijze aan te snijden.
‘Shit!’ zei mijn kompaan wanhopig toen hij keek naar beneden en tot zijn ontsteltenis inderdaad een aantal kleine witte vlekken moest constateren. Hij probeerde ze eraf te krabben met zijn nagels, maar ze bleven hardnekkig op hun plaats zitten.
‘Het gaat er ni af.’ zei hij ongerust. ‘Ge had beter niks gezegd… nu ga ik mij een pak minder zelfzeker voelen.’
‘In het vervolg moet ge een andere broek aantrekken nadat ge u geamuseerd hebt hé.’
‘Och onnozelaar, da zijn yoghurtvlekken! Wa zit gij trouwens naar mijn kruis te koekeloeren? Ziede wel da ge een miet zijt! Nen echte vent had die vlekken nooit opgemerkt omda nen echte vent ni naar zijn vrienden hun kruis zit te gapen. Goorlap!’
Ja, een deurentochtje door Antwerpen met mijn kompaan is altijd lachen geblazen.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.