Flash content.

Dagboek: Bijlage 4: Samen gezellig een telefonneke doen

8/3/2006

Sinds enkele weken hebben wij, de kern van het NEE team bestaande uit vier waanzinnig gemotiveerde mensen (je moet wel waanzinnig zijn om al je vrije tijd eraan te geven), de immense taak op ons genomen om alle 140.000 gezinnen met een vaste telefoonlijn in Antwerpen op te bellen. We hebben besloten dat te doen om de mensen op die manier ook telefonisch te informeren over onze beweging, en ook om zo onze kennis van wat er leeft bij de Antwerpenaars over politiek te verscherpen.
De gemiddelde Antwerpenaar is niet tevreden met de huidige politiek, zoveel is ons het voorbije halve jaar al meer dan duidelijk geworden. Maar de telefonische reacties die we tot hiertoe gekregen hebben zijn zo mogelijk nog extremer.

‘De poletiek?! Doar trek ik moa niks vanoan!’ is inmiddels een uitlating die we te pas en te onpas aan de lijn krijgen.

‘Wel dan toch even kort ter informatie: bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen kan de kiezer zijn ontevredenheid uiten door NEE te stemmen. Maar dat is enkel een optie voor de mensen die alle vertrouwen hebben verloren in het huidige aanbod van partijen en hun stem dus niet aan die partijen willen geven. Zou u dat doen?’ Dat is hoe we doorgaans op dergelijke apolitieke uitlatingen reageren. We vinden het altijd ook een heel spijtige zaak wanneer onze gesprekspartner dan plotseling opfleurt en een luidende ‘JOA! Zé mor zeker!’ als repliek uitroept.

‘Bedankt voor uw tijd meneer, en nog een prettige dag verder.’ Zei onze kompaan Daan en haakte de hoorn in. Hij keek me nogal bedrukt aan.

‘One down, 299 more to go.’ zei hij met een diepe zucht. De eerste reactie van de dag getuigde alvast niet van politieke extase. Als dat een voorbode is voor de rest van de ettelijke honderden telefoontjes die we vandaag nog moeten plegen--’

‘Dan gaat onze dag er niet bepaald rooskleurig uitzien.’ onderbrak zijn broer Dries, onze website-genie, hem terwijl hij de hoorn van zijn toestel neerkwakte. De arme jongen had vol moed zijn eerste telefoonnummer van de dag gedraaid om zich vervolgens in een gesprek te verwikkelen dat achteraf bijzonder zinloos bleek te zijn.

'Goedendag mevrouw, u spreekt met Dries Leysen van de beweging NEE.’ Was hij enthousiast begonnen. ‘Zou ik u even twee korte vraagjes mogen stellen?'.

‘Wabliefteru, menier?' had een bejaard kraaienstemmetje door de hoorn gekrast. Onze kompaan Dries begon zich op dat moment lichtjes schuldig te voelen omdat hij dit oude dametje gestoord had. Hij herhaalde zijn zin voorzichtig en voegde er met een vriendelijke stem voor de duidelijkheid aan toe dat hij een 'kleine infopeiling' aan het houden was. Dat verwarde haar blijkbaar alleen maar meer.

'Adolf?! Zijde gij da?!’ tierde ze met een pijnlijk schrille stem in de oorschelpen van onze nietsvermoedende kompaan.

‘Nee mevrouw, u spreekt met—‘

"Ik verstoan oe ni zenne menier!" riep ze weer, nu met hint van verborgen irritatie in haar stem, en haakte zonder pardon in. Dries staarde voor een verontwaardigd moment naar de hoorn in zijn hand voordat hij op zijn beurt het ding ontredderd op het toestel kwakte.

‘Heb ik die nu net gezegd dat ik Adolf heet?’ vroeg hij ons doodserieus met een frons op zijn gezicht. We schoten met z’n vieren gezamenlijk in de lach.

‘Nope, dement zijt ge nog ni.’ zei onze kompaan Bachir geamuseerd die ook net zijn hoorn had ingelegd na een iet of wat succesvoller gesprek.

‘Dan was da mens echt aan't flippen.’, concludeerde Dries. ‘Ik heb al veel oude mensen aan de lijn gehad, en ook al talrijke verwarde reacties gekregen, maar deze had het wel bijzonder zwaar te pakken.’

‘Nu ge het zegt,’ begon onze kompaan Daan bedachtzaam. ‘na zo enkele dagen een paar honderd Antwerpenaars te hebben opgebeld valt het me ondertussen zo stillekesaan op hoeveel bejaarden de telefoon opnemen.’

‘Misschien heeft het iets te maken met het feit da we vooral overdag bellen terwijl de meeste mensen gaan werken zijn?’

‘Hoeda?’ De frons op Daan’s gezicht werd dieper. ‘Bedoelt ge dat terwijl de ‘gewone’ mensen overdag gaan werken er oude vrouwtjes stiekem in die verlaten huizen sluipen om geniepig hun telefoontjes te beantwoorden?’ Dries keek zijn broer even aan alsof hij zijn afvallige debiele tweelingbroertje was die te weinig zuurstof had gekregen bij de geboorte.

‘Ja Daan, da bedoel ik ermee. Da’s een veel betere verklaring dan de vergrijzing. Nog een paar uurkes bellen en dan moogt ge terug met de Playstation gaan spelen, oké?’ Ik en mijn kompaan Bachir zaten samen even met ontroering naar het schouwspel van broederliefde te kijken en namen met hernieuwde moed terug de hoorn ter hand.

‘Niet vechten hé mannekes.’ zei ik spottend. ‘Vrijwilligers of ni, ge zijt momenteel voor NEE aan’t travakken en uw gebakkelei doet onze efficiëntie dalen. Slaagt elkaars kop maar in wanneer we door de lading telefoonnummers van vandaag zijn geploeterd.’ Ik toetste mijn volgende nummer in en bracht de hoorn voor de zoveelste keer vermoeid tot aan mijn oor.


Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.





Contact | © 2006 NEE | webdesign, fotografie en graphics door NEE