Ik was deze ochtend iets later dan normaal en ik ben in mijn haast toch wel mijn broeksriem vergeten zeker. Eerst had ik het niet door, maar toen ik tijdens het wandelen door onze eerste straat van de dag een verdachte neerwaarts glijdende beweging voelde rook ik onraad.
“Shit!” zei ik luid tegen mijn kompaan Bachir. “Ik ben mijn riem vergeten! Nu gaat mijn broek heel de dag afzakken en moet ik ze als een idioot heel den tijd staan optrekken…”Het probleem is dat ik een fototoestel en cassetterecordertje in mijn achterzakken heb steken (voor het maken van foto’s en filmkes, en het inspreken van gedenkwaardige gebeurtenissen), en door dat gewicht zakt zonder riem mijn broek dus redelijk gemakkelijk naar beneden.
“Hmm…” begon mijn kompaan bedachtzaam, maar ik zag de subtiele grijns, die zijn spottende gedachten verraadde, al op zijn gezicht verschijnen. “’Ik ben mijn riem vergeten’… zou da een aanvaardbaar excuus zijn voor de mensen bij wie ge aanbelt? Stel nu dat uw broek afzakt op het moment dat ge iemand aanspreekt, en dat die persoon tegen u zegt: ’Euh… meneer… Ik kan uwe piet zien…” Zou het dan een voldoende verantwoording zijn om te zeggen: ‘Ah ja, maar da’s omda’k mijne riem vergeten ben!’” Mijn kompaan was zich ondertussen al behoorlijk aan het amuseren met die gedachte.
“Kerel als mijn broek effectief zou afzakken dan stond ik nog altijd ni in mijn blote flikker hé!” zei ik. Wat was hij nu aan het impliceren? Dat ik geen onderbroek draag?
“Ja maar stel dat u broek op een of andere manier aan uw onderbroek blijft haken waardoor die ook ‘fwiet!’ naar beneden glijdt?” drong hij aan. Hij had er duidelijk lol in.
“Gast wa is de kans dat da gebeurt? Nu zijt ge toch maar gewoon een absurde situatie aan het schetsen om mij uit te kunnen lachen zeker? Wa is uw vraag nu eigenlijk? Dat indien mijn broek én mijn onderbroek zouden afzakken terwijl ik tegen iemand aan het praten was, of die persoon het dan een geldig excuus zou vinden moest ik uitleggen dat het komt omdat ik mijn riem vergeten ben?”
“Ja.”
“En ik zou gewoon rustig met mijn broek op mijn enkels blijven staan terwijl ik dat aan hem uitleg?”
“Ja.”
“Wel om volkomen eerlijk te zijn: nee ik denk ni dat die persoon daar vrede mee zou nemen. Een ‘Ah oké, geen probleem. Dat kan ons allemaal overkomen!’ zit er volgens mij dan niet in.” zei ik ondertussen meespottend. “Ge kunt het allemaal misschien wel heel grappig vinden, maar ik zit wel met de gebakken peren…”
Nu viel het nog wel mee moet ik zeggen, maar ik heb in de voormiddag toch regelmatig mijn broek een centimeter of twee naar boven moeten trekken. Op een bepaald moment zag Bachir mij knoeien en zei hij ineens: “Moet ge mijne riem hebbe? Ik heb die toch ni nodig… “
“Hoeda? Hebt gij er geen problemen mee om in uwe blote piet rond te lopen?”
“Jawel, maar da zal ni gebeuren, mijn broek zal ook zonder riem ni afzakken.”
“Zijt ge zeker da ge ni gewoon een goedkoop excuus aan het zoeken zijt om ‘per ongeluk’ u broek te laten afzakken, vetzakske? Ge weet da ik sympathie voor u heb, maar ‘sympathie’ moet ge niet al te ruim interpreteren hé.”
“Gij moet leren uw bakkes houden. Of wilt ge de rest van de dag zonder riem zitten?” antwoordde mijn kompaan terwijl hij me zijn riem overhandigde.
Toen ik de riem aandeed voelde ik me onmiddellijk een stuk beter. Veel comfortabeler en zelfzekerder. Toch fantastisch wat een simpele riem allemaal niet doet? Ge merkt het pas wanneer ge hem kwijt zijt… Ineens was er geen ongerustheid meer over het mogelijke, ongewenste en onvrijwillige schenden van de openbare zeden. Het is dan misschien wel zo dat we de Hobokense politie hebben ingelicht over onze inforeis, en het kan dan wel zijn dat ze een zekere sympathie hebben getoond voor ons initiatief, maar ik geloof nooit dat ze ons onverstoord verder zouden laten doen, moesten ze in hun combi passeren juist op het moment dat mijn broek (en mogelijk ook mijn onderbroek) ‘fwiet!’ naar beneden zouden zakken. Mag ik hierbij dan ook mijn welgemeende hoop uitdrukken dat dergelijke situatie zich nooit zal voordoen.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.