Enkele dagen geleden zijn we per e-mail uitgenodigd geweest door de man die u samen met Jan op de foto ziet staan. Hij had een NEE-flyer in de brievenbus gekregen en was zo geïntrigeerd door het concept dat hij ons heeft voorgesteld om eens bij hem thuis langs te komen om erover te praten. Wij zijn altijd bereid om naar de mensen toe te gaan indien zij een gesprek met ons willen voeren, en vandaag zijn we dan ook bij deze persoon langs geweest. Hij bleek een heel vriendelijke man te zijn die interesse heeft in NEE en zelf ook met verschillende projecten bezig is. De interessante discussies die uit onze ontmoeting zijn voortgevloeid hebben nogal wat tijd in beslag genomen. Dat komt omdat we het niet altijd met elkaar eens waren, maar we zijn er uiteindelijk dan toch in geslaagd om elkaars meningen verstaanbaar naar elkaar toe te communiceren.
Verstaanbare communicatie is iets waar we de rest van de dag spijtig genoeg niet veel van gezien hebben. De oude man waar mijn kompaan Bachir vanmiddag aanbelde bijvoorbeeld was ongetwijfeld een kampioen op het vlak van onverstaanbare communicatie. Niet dat hij niets te zeggen had: hij communiceerde weldegelijk, zoveel is zeker. Want toen mijn kompaan zijn zinnetje uitleg had gegeven en hem de flyer overhandigde las de man luidop: ”Politiek gezever…”, waarop hij mijn kompaan met holle ogen aankeek en met een monotone stem zei: “Wie zevert er politiek?”
“Euh… hoe bedoelt u juist, meneer?” reageerde mijn kompaan een beetje verward. Politiek kan per slot van rekening niet ‘gezeverd’ worden in die letterlijke zin. Misschien bedoelde hij gewoon welke politici er juist zeveren?
“Wie zevert er politiek?” herhaalde de oude man apathisch met dezelfde zielloze blik in zijn ogen. Zijn lichaamstaal en manier van spreken deed mijn kompaan denken aan de hersendode zombies die in films als ‘Night Of The Living Dead’ en ‘Dawn Of The Dead’ schitteren. Hij liet zich daar in ieder geval niet door afschrikken. Die man heeft om een of andere reden moeilijkheden om zich duidelijk uit te drukken, dacht mijn kompaan bij zichzelf. Hoogstwaarschijnlijk wil hij gewoon weten welke politici er volgens ons zeveren.
“Wel die zin op de flyer is eigenlijk een vraag naar de kiezer toe. Als de kiezer vindt dat politici inderdaad zeveren, dan hebben ze nu de mogelijkheid om daar tegen te protesteren.” legde mijn kompaan uit. Dat bleek echter niet het antwoord te zijn dat de man verwachtte.
“Wie zevert er politiek?” zei hij een derde keer, weer op exact dezelfde akelig monotone manier, alsof hij een platenspeler was die steeds bij hetzelfde opgedramde stukje tekst bleef haperen. Mijn kompaan wou reageren, maar er gebeurde niks. De woorden bleven in zijn keel steken en al wat hij kon doen is de man perplex staan aanstaren.
“Wat kon ik in die situatie nu zeggen?” zei hij achteraf tegen mij. “Die kerel blijft maar datzelfde absurde zinnetje herhalen op dezelfde zombie-achtige manier! Ik stond efkes echt met mijn mond vol tanden. Hoe had gij daarop gereageerd?”
“Hmm da’s een goeie vraag. Da’s inderdaad een lastige situatie. Ik weet niet goed wat ik zou zeggen op zo’n moment.” Ik dacht er even over na. “Maar wat is er dan gebeurd?”
“Ik stond hem dus een paar seconden lang vertwijfeld en verstomd aan te staren, zoekend naar iets gepasts om te antwoorden, toen ik ineens van achter die man de stem van een jong meisje hoorde. ‘Allé papa, laat die meneer gerust!’ riep ze van achteraan in de gang. En op dat moment zei die oude vent, weer op diezelfde apathische zaagtoon, ’Wie zevert er politiek?’, waarop hij zich met houterige bewegingen omdraaide en, mij verder volledig negerend, zijn voordeur dicht deed.” Mijn kompaan stond mij met grote ogen aan te staren, wachtend op een reactie. Ik schoot hartelijk in de lach.
“Haha kerel da is echt een hilarische situatie! Da klein meiske komt tegen haar vader zeggen da ze u ni moet lastig vallen!”
“Ja maar wa kon ik in die situatie antwoorden? ‘Maar meneer, u bent gewoon aan het raaskallen’? Da kan ik toch ni zeggen?”
“Hehehe nee! Da kunt ge inderdaad ni zeggen! Wa dacht ge van: ’ooit al gedacht aan een rol in Resident Evil 3?’” Ik lachte smakelijk terwijl we naar de volgende deur stapten.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.