Zoals gewoonlijk deden we deze voormiddag samen dezelfde kant van elke straat. We moeten zo wel meer afstand afleggen, maar het is veel aangenamer dan elk een kant van de straat te nemen. Dan kunnen we tenminste regelmatig nog een woordje tegen elkaar zeggen. Maar soms blijft het niet tot een woordje. Toen we deze morgen elk aan de deur van twee aangrenzende huizen met voortuintjes stonden hoorde ik een man nogal luidruchtig reageren op de verschijning van mijn kompaan Bachir aan zijn deur, maar ik kon niet goed uitmaken wat er juist gezegd werd. Toen ik mijn deur gebust had en voorbij de voortuin wandelde was mijn kompaan ook juist klaar en kwam naast mij lopen.
“Weet ge wa die kerel heeft gezegd?” begon hij.
“Wa?” vroeg ik met halve interesse.
“Nadat ik hem een korte uitleg had gegeven zei hij:’Ik weet ni waarom, maar ik krijg er kiekevel van!’ en toen trok hij zijn mouw naar boven en liet hij zijn blote arm zien.”
“En stond er kiekenvel op?” vroeg ik een beetje geamuseerd terwijl we samen de voortuin van de twee volgende aan elkaar grenzende huizen doorwandelden naar de voordeur toe.
“Zonder twijfel.” antwoorde hij resoluut, waarop hij met zijn duim op de zoveelste deurbel van vandaag duwde.
“Van wat krijgt hij dan kiekenvel? Van onze jassen?”
“Ik hoop het. Ik wil me niet voorstellen waar hij anders kiekevel van zou krijgen.”
“Haha. En al een geluk dat hij enkel zijn arm als voorbeeld heeft laten zien. Stel u voor dat hij met een schichtige blik efkes zenuwachtig zou rondkijken, dan een stapke dichter zetten, zijne piet uit zijn broek zou halen en fluisteren: ‘ziet ge? Kiekevel!’ Hehe dan is het tijd om schrik te krijgen.”
Ik schoot in de lach bij de gedachte, en Bachir stond op het punt ook smakelijk in de lach te schieten… maar op dat moment ging de deur open waar hij juist had aangebeld! Met alle moeite van de wereld probeerde hij zijn zin op een serieuze manier te zeggen. Dat is hem spijtig genoeg niet gelukt.
“Goeiedag mevrouw… hehe… het is om u even… hehehe… persoonlijk te informeren…” en zo worstelde hij nog een tijdje verder. Hij heeft uiteindelijk wel zijn zin kunnen afmaken, maar niet zonder de nodige onderbrekingen van bijna in de kiem gesmoorde lachbuien. Gelukkig kon de vrouw er ook een beetje mee lachen en bleef ze vriendelijk.
“Klootzak!” riep hij naar mij toen nadat ze de deur had dichtgedaan. “Nu denkt die vrouw da ik een of andere debiel ben die de slappe lach heeft! Ik pak u nog wel terug manneke, ik pak u nog wel terug!”
We hebben er nog even goed mee staan lachen, maar we hadden nog veel werk voor de boeg en we gingen dus, gebukt onder onze lading flyers, met lichte tegenzin verder. Een beetje later stonden we weer naast elkaar, elk aan een deur, te wachten tot de eigenaars open doen. We keken een beetje lusteloos rond (de routine van de inforeis weegt soms zwaar op onze opgewektheid) en Bachir was in een nogal passieve houding met een blik die op oneindig stond in mijn richting aan het staren. Plots kreeg ik, vraag me niet waarom, misschien uit pure verveling, de ingeving om het pak flyers dat ik in mijn hand vast had tussen mijn benen te houden en insinuerend naar mijn kompaan te kijken. Alsof ik wou laten zien dat er ‘ziet ge? Kiekevel!’ op stond. Dat had ik beter niet gedaan. Hij kon zichzelf niet meer bedwingen en schoot luidruchtig in de lach… en juist op dat moment ging zijn deur weer open! Deze keer was het veel erger. Hij geraakte niet verder dan “Goeiedag mevrouw…” voor hij in lachen uitbarstte. De vrouw die had open gedaan keek heel serieus naar mijn kompaan… kwaad zelfs. Hij deed echt zijn best om zijn zin gezegd te krijgen, maar tevergeefs. Hij schoot keer op keer keihard in de lach! Hij heeft uiteindelijk de flyer gewoon al lachend moeten overhandigen omdat hij geen woord meer kon uitbrengen. Ik lag strijk…
“KLOOTZAK!” riep hij weer toen de deur dicht ging. Die madam denkt nu da het een grap was! Gij gaat ons nog een slechte reputatie geven als ge da blijft doen!”
Nadat we waren uitgelachen heb ik maar besloten geen subtiele verwijzingen naar pieten met kiekevel te maken terwijl we juist hebben aangebeld. Het is inderdaad niet plezant om de deur open te doen en daar een pipo in een lange zwarte frak voor u te hebben die zich kreupel lacht om god weet welke reden. We zijn toen dus wat gekalmeerd en rustig verder gegaan met ons werk. Een tijdje later waren we tegen een constant tempo aan het bussen in een rustige straat waar het zonneke aangenaam op onze gezichten scheen. De warme straling moet mijn kompaan op een bepaald moment verblind hebben, want hij trapte plotseling met zijn volle gewicht *FWAK* recht in een grote, vettige, smeuïge hondendrol.
“SHIT!” riep hij (en hij zat er niet ver naast).
“Het is maar een beetje kak.” zei ik bemoedigend. “En onze schoenen hebben geen groeven in de zool, dus dat valt er gemakkelijk af te vegen.”
“Het probleem is, debiel, dat door twee maanden aan een stuk, acht uur per dag door Antwerpen te stappen mijn zolen zodanig zijn afgesleten dat er gaten in ontstaan zijn. Er zijn dus holtes tussen mijn zool en de onderkant van mijn voet, mijn zool is hol! En wanneer ik op die kak stapte werd mijn schoen dus volgespoten met hondenstront!”
Ai ai dat zag er niet goed uit. Hoe maakt ge zoiets proper? Al staat ge een half uur te vegen dan nog stinken die schoenen een uur in de wind. Daar kunt ge zo toch niet meer mee thuis komen? Hij gaat een lepel nodig hebben om al die vetzakkerij eruit te lepelen.
“Ge moogt blij zijn dat er niks vanonder aan uwe frank hangt. Stel u voor dat er daar ook ne klodder aan zou hangen. Dan had ge pas echt een probleem. Want het is wreed winderig vandaag, en ge wilt het ni meemaken dat een plotse krachtige windstoot uwe met kaka versierde jas in uw gezicht blaast”
Inderdaad, hij kon heel blij zijn dat het enkel zijn schoen was. Bij gebrek aan een lepel hebben we de schoen dan maar gelaten voor wat het was en verder onze straten voor vandaag afgewerkt.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.