“Waarom hebt gij ne paraplu bij? Het gaat ni regenen vandaag.” was een van de eerste dingen die mijn kompaan Bachir tegen me zei vanmorgen.
“Hoeda het gaat ni regenen?”
“Nee ze hebben geen regen voorspeld voor vandaag. Ik heb het gecheckt op de VTM website.”
“Awel ik heb het nagekeken op de website van het KMI en daar stonden donkergrijze wolkskes getekend met drie dikke vette regendruppels daaronder.”
“Mor janneke panneke toch, die KMI website trekt op niks, da wette toch. Gij zit er altijd radicaal naast als het over de weersvoorspelling gaat. Ik daarentegen zit altijd radicaal juist. Op de VTM website staan er geen regenwolkskes en dus gaat het ook ni regenen.”
De lucht zag er inderdaad heel droog uit. En die wolken hadden niets van de dreiging van regenwolken. Sleurde ik mijn paraplu vandaag weer voor niks mee? Niet dat het ding zoveel weegt, maar elke gram minder is ne gram minder. Om acht uur aan een stuk te stappen ben ik liefst zo licht mogelijk beladen. Het is al erg genoeg met al die NEE-flyers die we meezeulen. Hoeveel fucking oerwouden zijn er gekapt voor al die flyers die we vandaag bij hadden? De zakken van onze jas zaten stamp, stamp, stampvol. Ze puilden er uit. Die frakken worden loodzwaar met zoveel papier erin gestouwd. We voelden ons als twee muilezels die beladen met een lading gietijzeren kachels de Mont Blanc moesten beklimmen. Bovendien was Tania, de vriendin van Bachir, ook bij ons met een rugzak vol flyers. We moesten vandaag de Fruithoflaan doen en we wisten op voorhand dat het daar vol appartementsgebouwen staat. Die dingen vreten flyers gelijk zot in een recordtijd. Maar daar waren we dus goed op voorbereid dachten we. Nog voor de middag was heel de rugzak van Tania leeg en hadden we nog maar drie vierden van de Fruithoflaan gedaan.
“Fucking hell. Hoe is dat toch mogelijk, die rugzak zat stampvol!” zei mijn kompaan verontwaardigd. “Het kan best zijn dat we vroeger moeten stoppen omdat we niet genoeg flyers bijhebben.”
“Ja wa moeten we doen kerel? Met een vrachtwagen komen? Laten we de appartementsgebouwen voorlopig vermijden en al de straten doen die we nog kunnen afwerken met de flyers die we nog over hebben.”
Ik had al even gemerkt dat de wolken die de hemel bedekten steeds donkerder en dreigender werden. Plots begonnen ze lichtjes op onze kop te zeveren. Ik keek bedenkelijk naar mijn kompaan.
“Och da zijn maar een paar druppelkes. Ik ben ni zo’n miet gelijk gij die begint te bleiten als zijn haar wa nat wordt.” wierp hij onmiddellijk op ter verdediging.
Ik deed mijn mietenparaplu open en we gingen verder. Na een tijdje begon onze voorraad flyers bijzoner klein te worden en het was nog maar drie uur! Het zag er inderdaad naar uit dat we vroeg zouden moeten stoppen vandaag. Maar als een geschenk uit de hemel kwamen we in de volgende straten niets dan villa’s tegen. Immense villa’s die met hun uit de kluiten gewassen voortuintjes aan weerskanten de straten domineerden. Sommigen waren zelfs zo groot dat ze bijna een halve straat innamen. Het is redelijk irriterend om telkens die grote afstand van het voetpad door de voorhof heen naar de voordeur te stappen, maar bijzonder flyer-vriendelijk zijn die villa’s wel. Één brievenbus voor zoveel afstand. Dat zorgde ervoor dat onze flyer-consumptie ineens een heel pak trager verliep.
Iet of wat gerustgesteld met dit goede nieuws belde Bachir bij zijn volgende huis aan.
“Goeiemiddag mevrouw” zei de dame die open deed tegen Bachir.
Och madam dat is wel een beetje cru. Ik weet dat hij zijn paraplu niet bij heeft omdat hij verkeerd geïnformeerd is. En ik weet dat door de zeverende regen zijn haar plat tegen zijn hoofd plakt. En ik weet ook dat hij er daardoor uit ziet als een discojanet, of misschien zelfs een strandjanet. Maar een dergelijke opmerking, dat is toch maar pesten om te pesten hé madam?
Mijn kompaan heeft zich de opmerking in ieder geval niet al teveel aangetrokken als een echte vent. En als echte venten trotseerden we nogmaals de regen en begonnen we aan weer een nieuwe straat. Regen die ondertussen van zeveren overgegaan was tot gieten. Van onder mijn paraplu zag ik dat mijn kompaan nu wreed nat aan het worden was.
“Nu wordt het me stillekesaan duidelijk dat het vandaag inderdaad niet gaat regenen.” zei ik sarcastisch.
“Zeiksmoel.” zei Bachir.
“Eigenlijk zedde gij de zeiksmoel, want het is momenteel weldegelijk op uwe smoel aan het zeiken en ni op die van mij.”
Bachir kwam mee onder mijn paraplu staan terwijl hij het doorweekte stratenplan in zijn handen bekeek.
“Gij moet meer a bakkes houden en die paraplu beter boven mijne kop houden.”
Gelukkig heeft het niet heel de dag zo gegoten, anders had meneer ‘ik kijk op de VTM-site en ni op de KMI-site’ de rest van de dag onder mijn paraplu moeten lopen en dat had ons werk zo goed als onmogelijk gemaakt. Ondanks de vele villa’s die we zijn tegengekomen zijn we uiteindelijk om half vijf toch zonder flyers gevallen en moesten we noodgedwongen met onze inforeis stoppen voor vandaag.
De straten die we niet, of maar gedeeltelijk hebben kunnen afwerken door het gebrek aan flyers zijn de volgende:
Robert Bossaertsstraat
Fruithoflaan
Niellonstraat
Bourcetstraat
Mellinetplein
Onze excuses voor de mensen daar die ons vandaag verwachtten. We hebben ons op veel appartementsgebouwen voorbereid. We hadden meer flyers bij dan we ooit hebben meegenomen tijdens de inforeis. We hebben er vandaag meer dan vierduizend gebust! En toch hadden we er nog te weinig! Al wat ik kan zeggen is dat we in het vervolg een paar zakken meer zullen proberen mee te pakken.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.