Toen we vanmorgen onze eerste Merksemse straat van de dag bewandelden fietsten er een groep pratende jongeren voorbij. Wanneer ze me voorbij fietsten staakte hun gebabbel abrupt. “Jow Neo van NEE!” riep een van hen naar me. De afgelopen weken is het nog al gebeurd dat mensen ons namen voor personages uit de film ‘The Matrix’. Een paar dagen geleden toen ik terug naar huis ging na een zware inforeisdag kwam een klein jongetje dat bij ons in de straat woont met grote ogen vol bewondering naar me toe gestapt. “Kunde gij goe vechten meneer?” wou hij weten. Die kleine had Keanu Reeves natuurlijk juist allerlei fantastische kungfu sprongen zien maken op teevee en was ervan overtuigd dat diezelfde held voorbij zijn voordeur passeerde. Ik heb hem dan maar even enkele van mijn geheime hypersprongen laten zien om hem tevreden te stellen.
Dat laatste is met een korrel zout te nemen. Om alle misverstanden uit de wereld te helpen: ik ben niet Neo uit The Matrix! Ik kan geen kogels ontwijken in slowmotion en mijne kungfu is niet om over naar huis te schrijven. Mijn kompaan Bachir is ook niet Trinity. Hij ziet er misschien wel uit als een janet, maar een killerwijf in latex is hij nog altijd niet. Daar heeft hij trouwens de rondingen noch de outfit voor.
Dat had een wantrouwige man waar hij vandaag bij had aangebeld in ieder geval goed begrepen. Wat hij blijkbaar niet goed begreep was dat mijn kompaan hem enkel maar wat informatie wou geven.
“Op wa ik stem daar edde gij gin zaken mee.” was zijn reactie nadat Bachir hem op de hoogte had gebracht van de nieuwe mogelijkheid tot politiek protest.
“Ok… maar het is gewoon om u even op de hoogte te brengen…” wou mijn kompaan nog verduidelijken maar deze vent liet hem niet uitspreken.
“Sorry mor golle zijt hier al gewest en ik zou graag hebben da ge hier nimeer aan men deur komt zeveren.” flapte hij eruit. Zijn onderlip flapte vrolijk mee en dat op zo’n uitbundige wijze dat ettelijke slierten speeksel uit de man zijn mond op het gezicht van Bachir vlogen. ‘Ben ik diegene die hier aan de deur staat te zeveren? Ik ben hier diegene die een fucking ruitenwisser nodig heeft om uw gore rochels uit mijn ogen te vegen.’ dacht hij nog bij zichzelf, maar mijn kompaan bleef beleefd zoals altijd.
“Dat kan niet meneer, wij gaan elke straat maar één keer af omdat we…”
“Dus ik ston te liege ofwa?! Ge zijt hier al wél gewest! Mij maakte niks wijs ze manneke. Ik zen 35 jaar verkoper gewest en ik ken olle soort!”
“U verwart ons misschien met Mormonen of Jehova getuigen? Die hebben er een eindje van weg om ons voor te zijn. Gisteren nog hebben we…”
“Die ziever pakt ni bij mij. Mokt da ge weg zé!”
Deze vent was misschien iets te lang voor zijn eigen goed verkoper geweest. Veel te lang verwerpelijke verkoopstrukskes zitten plannen om mensen in het zak te zetten zodat hij er nu achtervolgingswaanzin van heeft overgehouden. Hij zag in mijn kompaan misschien zijn eigen zelfbeeld van vroeger: een gehaaide, slijmerige verkoper zonder scrupules die zijn eigen moeder zou prostitueren om een stofzuiger aan de eerste de beste sukkel verkocht te krijgen. Zijn verbazing moet dan ook groot geweest zijn wanneer hij achteraf ontdekte dat we geen stofzuigers bij hadden en dat we het prostitueren van familieleden ook niet zo’n goed idee vinden.
Groot was ook de verbazing van een andere man vandaag toen wij aan zijn deur stonden, maar dan in de positieve zin. Niet dat ik zijn gezichtsuitdrukking kon zien, want hij sprak me aan via de parlofoon in plaats van aan de deur te komen, maar zijn verbale exclamaties spraken boekdelen.
Ik: “Goeiedag, het is om u even te zeggen dat u bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen kunt protesteren tegen de huidige politiek.”
Hij: “JA!”
Ik: “Ik zal de flyer in de bus steken.”
Hij: “JAAH!”
Ik: “En nog een prettige dag verder.”
Hij: “JAAAAAHH!”
Ik stelde me toch ernstige vragen bij zijn reacties. Is hij nu aan het klaarkomen of is hij wel degelijk naar mijn uitleg aan het luisteren?
“Meneer? Bent u aan uw fluit aan het trekken?”
Het was achteraf gezien goed dat ik die vraag toch maar niet gesteld heb. Hij had ook gewoon heel blij kunnen zijn met zijn nieuwe mogelijkheid tot politiek protest. Heel erg blij…
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.