Na onze minder dan aangename ervaringen met de honden in Ekeren (die overwegend agressief reageerden op onze verschijning) is het opmerkelijk dat we met de honden in Merksem tot hiertoe smakelijk hebben kunnen lachen.
Toen een vrouw vandaag de deur opendeed vond ik het al iet of wat merkwaardig dat er een zwarte en een witte ‘poef’ naast haar op de grond lagen (ge weet wel, zo een met een zacht materiaal gevulde zak om op te zitten). Maar toen ik die dingen zag bewegen drong het tot mij door dat het eigenlijk twee poedels waren die elk zoveel dreadlocks aan hun lijf hadden hangen dat Bob Marley er uit pure jaloezie twee agressieve reggae albums zou over geschreven hebben. Bij het aanschouwen van die twee bollen wol op poten werd het me even bijna teveel en moest ik al mijn wilskracht inzetten om niet aan een lachbui toe te geven. Ik bleef dus maar met stalen ogen krampachtig naar het gezicht van de vrouw staren terwijl ik mijn uitleg deed. Ik bleef echter de sterke indruk hebben dat die twee rasta beesten elk moment een joint zouden kunnen opsteken en beginnen meezingen met hun favoriete plaat ‘I shot the sheriff (but I didn’t kill his labrador)’.
Het is me toch gelukt om serieus te blijven en dat mens haar
poedels niet beginnen uit te lachen. Maar een paar straten verder
was het beeld van die dreadlockmormels nog niet volledig uit mijn
hoofd verdwenen of een andere hond begon op mijn lachspier te werken.
De man die open deed trachtte zo goed hij kon naar mijn uitleg
te luisteren, maar terwijl moest hij met beide benen zijn keffertje,
dat al het mogelijke deed om naar buiten te glippen, de weg versperren.
Toen ik de man de NEE flyer overhandigde verslapte zijn aandacht
voor een seconde en slaagde het kleine mormel erin met een schijnbeweging
en een perfect getimede sprong tussen zijn schenen te duiken en
de wijde wereld in te spurten. Onmiddellijk sloeg de man in paniek
en zette hij de achtervolging in. “Pluto! Kom terug Pluto!”
Toen
hij mij voorbij schoot wist hij nog juist de flyer uit mijn handen
te trekken en “Dank u!” te roepen, hoewel zijn
aandacht volledig gericht bleef op de vluchteling. Het kan best
zijn dat die ‘dank u’ sarcastisch bedoeld was. “Bedankt
om mijn hond te doen ontsnappen klootzak!” zou een niet al
te ver gezochte interpretatie van zijn dankbetuiging kunnen zijn.
Ondanks het schuldgevoel dat ik bij de gebeurtenis had kon ik het
toch niet helpen om heel de situatie bijzonder humoristisch te
vinden.
Een voorval dat veel minder humoristisch overkwam deed zich voor wanneer een vrouw haar deur opende en een fucking gigantisch beest waar ge verdomme bijna een stal in een manege voor moet afhuren om het ding te kunnen houden op mij kwam afstormen. ‘Mijn laatste levensuur heeft geslagen’ schoot er door mijn hoofd in die paar seconden dat ik daar verstijfd stond en Dogzilla op zijn hulpeloze prooi zag toespringen. Maar in plaats van vlijmscherpe tanden die mijn dijbeen aan stukken scheurden voelde ik een slijmerige warme tong die mijn handen enthousiast begon af te likken. Plots leek er helemaal niks vijandigs meer aan dit paard met hoektanden. Het beest gedroeg zich zelfs overdreven familiair. Het duwde zijn snuit in mijn kruis (en weet ik waar nog allemaal als ik hem had laten begaan) met als gevolg dat mijn broek vol haar en hondensnot hing op de meest genante plaats waar die dingen kunnen hangen. Het leek wel alsof ik mij net had zitten amuseren met een Playboy boekske op het wc maar dat ik mijne slurf niet honderd procent onder controle had. Ik moest dit overvriendelijke beest dat duidelijk smoorverliefd op mij was op een afstand proberen te houden terwijl ik de vrouw te woord stond. Hoewel ik al mijn ledematen nog had en er alleen maar hondenhaar en snot op mijn kruis hing, en niet mijn eigen bloed (en mijn kruis zelf tot grote opluchting ook nog intact was), vond ik het toch wel ongepast van die vrouw om haar hond niet tegen te houden en mij zo te laten bespringen. Ze stond er zelfs onverschillig naar te kijken alsof het de normaalste zaak van de wereld was om mensen door haar hond te laten bespringen.
“Och komaan Jan da beest wou misschien alleen maar efkes u been neuken, zoveel honden doen da. Ik heb da in Ekeren ook al meegemaakt.” relativeerde mijn kompaan Bachir achteraf.
“En hebt ge ervan genoten?”
“Onnozelaar natuurlijk ni! Ik wil alleen maar zeggen dat da kan gebeuren en da ge daar geen drama van moet maken.”
“Nee gast, da beest wou meer dan alleen mijn been neuken,
ik zag het gewoon in zijn ogen! Had ik op dat moment toevallig
voorover gebogen dan had dat mormel ongetwijfeld de kans niet laten
liggen om een paar keer stevig in mijn achterste te beuken. En
al was mijn been neuken al wat hij wou doen… ik wil u wel
eens kalm zien blijven als een hond de grootte van een fucking
pony naar uw kloten springt!”
We moeten misschien toch overwegen een schelp te dragen zoals de voetballers. Ge weet nooit wat er nog allemaal naar onze kloten kan springen tijdens de inforeis.
“En Bachir komt van die schommel af jong, ge ziet er uit als een jannet.”
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.