Flash content.

Dagboek: Dag 109 - Parlefoonschaamte

1/2/2006

Woensdag 1 februari 2006.

“Hallo?” Kwam de vriendelijke stem uit de parlefoon geklonken. Ik begon dus voor de zoveelste keer mijn uitleg met een bijna volledig onbewust automatisme in het toestel te spreken. Na een woord of twee begon mijn kompaan Bachir, die vlak naast mij stond, plots op een opdringerige naam mijn naam te roepen:”Jan! Jan! Jan!” Ik bleef als een robot mijn zin afratelen, maar met zijn aandachttrekkerij was dat niet zo evident.

“Jan! Jan! Jan!” riep hij steeds luider Ik deed mijn uiterste best om geconcentreerd mijn uitleg verder te zetten, maar zijn geroep hamerde als een voorhamer op mijn concentratie. Wat bezielt die kerel om zomaar naar mij te beginnen roepen terwijl ik met iemand aan het praten ben, dacht ik terwijl ik nog steeds in de parlefoon aan het spreken was. Ondertussen was hij ook al aan het duwen en trekken aan mijn schouder, wat mijn concentratie natuurlijk nog meer aantastte. Wat is die kerel zijn fucking probleem, schoot er geënerveerd door mijn hoofd. Nu was ik echt wel de kluts kwijt geraakt en de woorden stokten in mijn keel. Ik draaide mijn hoofd ontzet naar hem toe en keek hem kwaad aan.

“WAT!?” riep ik geïrriteerd terug. Met de meest onschuldige blik die hij op zijn gezicht kon toveren wees hij voorzichtig naar boven en zei hij met een stil stemmetje: “Die vrouw hangt uit het raam, ze is niet via de parlefoon aan het praten.”
Ik keek naar boven. Een blonde vrouw hing uit het raam van de eerste verdieping naar mij te staren met een geamuseerde glimlach op haar lippen. Bloed steeg naar mijn wangen.

“Oh… euh… sorry…” stamelde ik. “Ik dacht dat u via de parlefoon…”

“Geen probleem, die parlefoon werkt niet hoor.” lachtte ze luchtig. Gegeneerd begon ik mijn uitleg opnieuw, nu luid sprekend naar de eerste verdieping toe.

“…ik zal de flyer in de brievenbus steken.” zei ik tenslotte met een klein onzeker glimlachje.

“Da’s goed!” zong ze, en deed haar venster dicht.

“Onnozelaar! Ik sta daar maar uwe naam te roepen en te duwen en te trekken aan uw schouder en gij reageert gewoon ni!” klaagde mijn kompaan toen we verder stapten.

“Ja gast, als ik aan het spreken ben tegen zo’n parlefoon dan ben ik onverstoorbaar. Ik heb da ondertussen al zoveel gedaan da het een volledig geautomatiseerd proces is geworden. Bijna alsof ik in trance ben.”

“Freaky…” besloot hij spottend.

“Da’s trouwens ni de eerste keer dat een vrouw mij in een genante situatie brengt aan de parlefoon. Maar die van vorige keer ging er echt wel over: ik eindigde mijn uitleg zoals gewoonlijk met ‘ik zal de flyer in de brievenbus steken.’, en die vrouw zei doodleuk: “Ja meneer, steekt maar!””

“Steekt maar?” zei mijn kompaan fronsend.

“Ja… ‘steekt maar’. Allé geef nu toe: da is er toch over? Oké ge kunt eens een plezant grapke maken, maar zo’n gore praat verwacht ik toch ni van een dame die haar parlefoon beantwoord ze.” zei ik met enige humor in mijn stem. Ik zag een ondeugende glimlach om mijn kompaan’s gezicht verschijnen

“Inderdaad. Wat dacht ze wel? De overbesekste slet.” zei hij met gespeelde afkeer.

“Voila. Ge zou u voor minder gegeneerd voelen hé?”

Plotseling stopte er een wagen naast ons met daarin drie mensen gekleed in gewone burgerkledij. Een vrouw stapte uit en kwam recht op ons af. Ze haalde een portefeuille uit haar broekzak en vouwde die open. Aan de binnenkant was een zilveren badge te zien.

“Politie. Mag ik vragen wat jullie hier aan het doen zijn?” zei ze met zakelijke aandrang. Haar toon was dezelfde als die van de zelfzekere CIA agenten in Hollywood films. Undercoverpolitie! We legden haar rustig uit wat we juist aan het doen waren en ik zei dat ik een tijdje terug al met de hoofdcommissaris van Antwerpen had gesproken en dat hij ervan op de hoogte was.

“Het is in orde.” zei ze glimlachend nadat ze even met onze identiteitskaarten naar de auto was gegaan om het te controleren. “En nog veel succes!” zei ze enthousiast voordat ze terug instapte en doorreed.

“Hebt ge da gezien? De undercoverpolitie wenst ons veel succes.” zei mijn kompaan toen ze achter de hoek waren verdwenen. “De politici mogen stillekesaan schrik beginnen krijgen” lachtte hij.


Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.



straten van deze dag:

straten voor volgende dag:

Cuperusstraat (Antwerpen)
Helenalei (Antwerpen)
Gedeelte van de Lange Leemstraat (Antwerpen)
Van Luppenstraat (Antwerpen)
Cobdenstraat (Antwerpen)
Stanleystraat (Antwerpen)
Zenobe Grammestraat (Antwerpen)
Marialei (Antwerpen)
Gedeelte van de Belgielei (Antwerpen)
Albert Grisarstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Isabellalei (Antwerpen)
Werkstraat (Antwerpen)
Wambachstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Lamorinierestraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Boomgaardstraat (Antwerpen)

Zurenborgstraat (Antwerpen)
Van Diepenbeeckstraat (Antwerpen)
Nerviersstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Boomgaardstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Lange Leemstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Belgielei (Antwerpen)
Gedeelte van de Isabellalei (Antwerpen)
Gedeelte van de Lamorinierestraat (Antwerpen)
Smyrnaplaats (Antwerpen)
Van Beethovenstraat (Antwerpen)
Haringrodestraat (Antwerpen)
Zonnewijzerstraat (Antwerpen)
Maanstraat (Antwerpen)
Gedeelte van de Mechelsesteenweg (Antwerpen)
Haringrodestraat (Antwerpen)



Contact | © 2006 NEE | webdesign, fotografie en graphics door NEE