Toen we ons in de namiddag door de Klapeistraat werkten sprongen de vele affiches die tegen de ramen plakten ons in het oog. Aan de vensters van bijna elk huis in die straat hingen er affiches die kritiek uitten over het feit dat er auto’s door de straat rijden. ‘Onze straat is onveilig’ en ‘weg met sluikverkeer’ zijn enkelen van de vele slogans die overal te lezen waren. De straat zag er inderdaad wat smalletjes uit, en er was ook geen onderscheid tussen een voetpad en een rijweg aanwezig, maar de ware aard van het probleem werd ons pas echt duidelijk toen we er bijna slachtoffer van werden. Ik stond aan een deur mijn uitleg te geven terwijl er een auto kwam aanrijden. Maar er stond al een wagen achter mij aan de andere kant van de straat geparkeerd waardoor er nog nauwelijks ruimte overschoot voor de naderende auto om te kunnen passeren. De bestuurder forceerde er zich toch tussen met als gevolg dat ik bijna tegen de gevel werd gedrukt. Het had niet veel gescheeld of mijn kompaan Bachir had mij met een spatel van de muur kunnen krabben. Het viel ons op dat er hier toch vrij veel wagens passeerden en dat het elke keer een geknoei was: telkens moesten ze gevaarlijk dicht tot bij de gevel naderen om erdoor te geraken.
“Da is levensgevaarlijk!” zei mijn kompaan verwonderd “Ni moeilijk dat de mensen daar tegen protesteren.” Toen we aan het einde van de straat kwamen merkten we pas op dat er een verkeersbord hing dat verkeer in beide richtingen verbood.
“Kijk, ge moogt hier gewoonweg niet inrijden! Alle auto’s die we hebben zien passeren waren in fout!” Toch wel straf dat bestuurders massaal die verkeersborden negeren. Ge vraagt u af hoe die bestuurders zich zouden voelen als ze zelf in die straat woonden.
Toen we later op de dag door de Lange Beeldekensstraat stapten kwamen we weer iets opmerkelijks tegen. Het was deze keer iets geheel anders en het had absoluut niks met het verkeer te maken, maar opmerkelijk was het zonder twijfel. Tijdens het wandelen van deur tot deur merkte ik ineens een oude man met een NEE-flyer in zijn hand aan de overkant van de straat staan.
“Politiek gezever? Ze doen ni anders!” hoorde ik hem in onze richting roepen. En toen hij door had dat ik naar hem aan het kijken was maakte hij met de flyer een veegbeweging langs zijn achterste om uit te beelden dat hij zijt gat afveegde met onze NEE-flyer. Dat vond ik toch wel redelijk verwarrend.
“Da klopt toch ni?” zei ik tegen mijn kompaan Bachir. Die kerel roept eerst ‘ze doen ni anders’, hij gaat dus eigenlijk akkoord met wat er op de flyer staat, en dan doet hij ineens zonder aanleiding het teken dat hij zijn kont met diezelfde flyer zou afkuisen. Da is toch inconsequent gedrag?”
“Hmmm… misschien…” Mijn kompaan wreef bedachtzaam met zijn hand over zijn kin, peinzend. “… misschien moest hij op da moment wel écht zijn gat afkuisen, en nu hij toch al papier in zijn handen had kwam dat ineens goed uit?”
“Maar gast, die had zijn broek nog wel aan hé, die stond ni in zijn bloot gat op straat. Hij veegde met de flyer over zijn kont, maar hij had zijn broek dus nog wel aan. Wa voor onnozeliteiten zegde gij nu?”
“Ja daar hebt ge wel een punt. Maar op een beter verklaring kan ik voorlopig ni komen.”
“Maar nu ik er even over nadenk… hij heeft die veegbeweging gedaan vlak nadat hij ‘ze doen ni anders!’ riep. Misschien wilt hij daarmee zeggen dat de politici niks anders doen dan hun gat afgeven met de beloftes die ze aan de mensen maken.”
“Aha da is het! Zeer opmerkzaam van u, mijn beste conflater. Hij heeft er misschien onze flyer mee bezoedeld, maar tegelijkertijd heeft hij toch ook een serieus expressief en origineel staaltje van kritiek uitgebracht.”
Origineel was het zeker en vast. Ik zou die kerel wel eens willen zien deelnemen aan een politiek debat op de televisie. Dat zou vonken geven. Maar als hij daar effectief zijn broek zou uittrekken en zijn gat met de documenten van de andere aanwezigen zou beginnen afkuisen is de kans klein dat het ooit uitgezonden zou worden.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.