“Héél Antwerpen? Weten jullie wel waar jullie aan beginnen?” Dat is een vraag die ons de voorbije weken meermaals gesteld werd. En met goede reden. Weten we wel waar we aan beginnen? Bachir en ik kijken elkaar verontrust aan. Acht tot tien uur per dag door Antwerpen trekken… Reken daar maar gemiddeld twee uur per dag bij voor de heen - en terugreis, we gaan immers niet elke dag naast onze huisdeur beginnen. Dat zijn in het slechtste geval dus al twaalf uur per dag.
“We moeten ook elke dag het dagboek uitwerken en de website aanvullen.” herinnert Bachir zich. “Daar zullen we toch ook wel een drietal uren mee bezig zijn.” Dat is dan al vijftien uur werk per dag bedenk ik, en dat vijf dagen op zeven. En alsof dat nog niet zwaar genoeg is gaan we ook nog eens elke zaterdag en zondag het NEE kantoor openhouden om mensen te ontvangen…
Het besef dat we een jaar lang geen enkele dag vrij zullen hebben is meer dan verontrustend. Welk effect heeft dat op een mens, een jaar lang tegen een hels tempo in de weer zijn zonder rustpauzes? Is dat vol te houden? Hoelang zal het duren voordat we elkaar op de zenuwen beginnen werken wanneer we zoveel tijd met elkaar doorbrengen? Allemaal vragen die weldra beantwoord zullen worden...
Oké, laten we even praktisch denken. We kiezen een startpunt ergens in Antwerpen en we beginnen er gewoon aan. We gaan elke straat in de buurt deur aan deur af en we duiden ze aan op onze kaart. En daarna verplaatsen we ons naar een andere buurt en beginnen we opnieuw totdat we zo heel Antwerpen gedaan hebben. We hebben heel veel deuren te doen en onze tijd is beperkt. We kunnen dus niet veel tijd aan elke deur besteden.
“Voor elke seconde dat we gemiddeld langer aan een deur staan moeten we één volle week langer door Antwerpen trekken.” ontdekt Bachir met een snelle berekening.
*Slik*… de gedachte is pijnlijk.
Oké, we laten ons niet afschrikken. We hebben geen tijd te verliezen, dus we moeten het kort houden. We kunnen onmogelijk bij elke deur in discussie treden. Op die manier zouden we drie of vier jaar nodig hebben om heel Antwerpen af te gaan.
Dus wat doen we concreet? We zeggen één of twee, maximum drie zinnen aan elke deur en dan gaan we verder. Iets in de zin van: “Goedendag, het is om u even te zeggen dat u bij de volgende verkiezingen met uw stem kunt protesteren tegen de huidige politiek, hier hebt u een flyer met wat meer informatie.”
Hmm… maar wat met de mensen die meer informatie vragen? We zullen ze moeten zeggen dat we niet veel tijd hebben omdat we met twee man heel Antwerpen afgaan, en dat ze een kijkje op de site moeten nemen of ons moeten mailen indien ze meer informatie willen. En natuurlijk dat ze tijdens het weekend ook naar ons kantoor kunnen komen om vragen te stellen.
Maar wat voor een indruk geeft het eerst aan te bellen om daarna te zeggen dat je geen tijd hebt de mensen te woord te staan? Het is een delicate zaak…
“Wij gaan nog veel klop op ons bakkes krijgen.” lacht Bachir.
Ik vrees dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben.
“Wat doen we met appartementsgebouwen? Gaan we de mensen daar te woord staan via de parlofoon?” Shit daar had ik nog niet bij stil gestaan. Appartementsgebouwen zijn een probleem. We kunnen daar de twintig seconden strategie niet toepassen, dat wordt een complete chaos wanneer mensen van verschillende appartementen door elkaar beginnen praten. En we kunnen onmogelijk verwachten dat ze helemaal naar beneden komen voor ons.
“Misschien moeten we bij appartementsgebouwen enkel maar een flyer in de bus steken en niet aanbellen, wat kunnen we anders doen?”
“Hmm we zien wel, misschien vinden we er wel iets op.”
Het is wel zo dat we alle Antwerpenaars persoonlijk op de hoogte willen brengen van de nieuwe mogelijkheid die ze nu hebben een proteststem uit te brengen, maar al doende zou het ook wenselijk zijn zo weinig mogelijk mensen te storen of te irriteren. Ik bedenk op dat moment dat we onze boterhammen dikwijls op straat zullen moeten opeten. In een café gaan zitten zal niet altijd een optie zijn.
“Wat als het stormt en giet van regen en er geen onderdak te vinden is?” Vraag ik me af.
“Dan houden we met één hand onze boterham vast en met de andere hand onze paraplu.”
“Fucking hell, dat wordt hard.”
“En wat doen we met onze behoeftes?”
“Wat bedoelt ge?”
“Stel dat we heel de dag geen wc tegenkomen… hoe lang kunt gij uwe kaka inhouden?”
“Euh…”
“Jan, ge moet heel goed weten dat wij een heel jaar lang serieus gaan afzien! Wij gaan een jaar lang geen leven hebben!” Zegt mijn kompaan ineens ernstig.
“Ik bedoel, wij zullen één jaar lang enkel en alleen met dit bezig zijn! Wij gaan hierdoor voor een deel vervreemden van onze omgeving. We zullen veel minder tijd met familie en vrienden kunnen doorbrengen.”
“Ja inderdaad, er staat ons een vorm van sociaal isolement te wachten.” Geef ik toe. Ik besef nu dat deze actie ons als mensen zal veranderen. Wij zullen na een jaar niet meer dezelfde Jan en Bachir zijn. Is het oppervlakkig informeren van mensen over NEE al die miserie wel waard?
“Ge gaat zelfs geen tijd meer hebben om u vriendin te neuken.” Zegt Bachir spottend.
“Gij ook niet.” En hoewel ik weet dat het een grap is besef ik dat daar inderdaad nog maar heel weinig tijd voor zal zijn.
“Wat een mens al niet doet ten behoeve van de democratie.”
“Nog een paar dagen en ons leven houdt voor een jaar op.“
Ik probeer er nog niet teveel bij stil te staan. Ik haal eens diep adem en we doen verder met de voorbereidingen voor het startschot op 2 september.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.