Het is zover. We zijn eindelijk aan ons laatste district begonnen: Antwerpen. District Antwerpen is groot: wat oppervlakte betreft is het ongeveer even groot als alle andere districten bij elkaar. Al een geluk dat een groot stuk daarvan industriegebied is, anders zouden we nog niet in de helft van het totale aantal te bezoeken deuren zitten. Maar dat is dus niet het geval. We schatten dat we anderhalve maand tot twee maanden met district Antwerpen zullen bezig zijn en dat het deur aan deur aanbellen dan definitief voorbij is. Veel vroeger dan verwacht: we dachten immers dat we daar tot vlak aan de verkiezingen mee bezig zouden zijn. Dat wil echter niet zeggen dat ook de inforeis daarmee gedaan is. We zullen zoals voorgenomen tot aan de verkiezingen van 8 oktober 2006 door Antwerpen trekken om de mensen op de hoogte te brengen van het bestaan van NEE. Maar zover zijn we dus nog niet, we gaan eerst nog serieus wat werk hebben met dit laatste district. Als grootste district grenst Antwerpen aan alle andere districten, en dat wil zeggen dat we ons terug naar de buurten moeten begeven waar we maanden terug ook al hebben rondgetrokken. Vandaag zijn we helemaal in het noorden van district Antwerpen begonnen, vlakbij de grens met Ekeren. Sommige plaatsen herkenden we dus van ongeveer vier maanden terug. Uit pure melancholie begon mijn kompaan Bachir spontaan “oh sweet memories” te zingen toen we voorbij de herkenbare plaatsen kwamen. Sinds dat ik hem heb duidelijk gemaakt dat sommige plaatsen in Antwerpen voor mij emotioneel geladen zijn maakt hij mij regelmatig met dat irritante zangstemmetje belachelijk. Ik vind dat niet zo’n probleem. Ik pak hem wel terug door hem eens goe in het dagboek te kakken te zetten. Maar vandaag zal hij gespaard blijven, er zijn namelijk ook andere benoemenswaardige dingen waarover ik zou willen vertellen.
Zo is er bijvoorbeeld de anekdote over mensen die heel eigenaardig reageren wanneer ze de flyer aannemen. Er zijn er die vragen stellen als “mag ik da bijhouden?”, “is da vor mij?”, of “moet ik da terug geven?”. We vinden het altijd heel bizar als mensen ons dergelijke vragen stellen. Waarom vragen mensen eigenlijk zoiets? Het is toch volstrekt vanzelfsprekend dat ge de flyer moogt bijhouden wanneer wij die aan uw voordeur komen afgeven? Denken de mensen misschien dat wij maar één flyerke hebben laten drukken en daarmee heel Antwerpen rond gaan? Dat ding zou er lief uitzien nadat tienduizend mensen het hebben vastgehad…
‘Pas op meneer, maak er liefst geen kreukeltjes in want we moeten da nog aan honderdduizend mensen laten zien.’
‘Oh kijk Jan, die mevrouw heeft er een scheurtje in gemaakt!’
‘Shit! Terug naar de drukkerij’
We zijn vrijwilligers en onze middelen zijn beperkt, maar zo’n zielenpoten zijn we nu ook weer niet. Er zijn er die daar nog verder in gaan.
“Mag ik da lezen?” vroeg een vrouw vertwijfeld aan mijn kompaan nadat hij haar het papiertje had overhandigd. Mag ik da lezen?
“Maar waarom vraagt da mens da?!” zei hij achteraf verontwaardigd tegen mij. “Da is toch compleet absurd?! Ik geef die een papierke ter informatie en die vraagt of ze da mag lezen. Wa moet ik daar op antwoorden? Nee, gij moogt da ni lezen? Da is enkel om op de schouw te zetten?”
“Was dat een oude vrouw?” vroeg ik.
“Ja, da was een ouw bomma.”
“Ik dacht het wel, alleen ouw bomma’s kunnen zo seniel zijn om zo’n debiele vragen te stellen.” redeneerde ik. Met alle respect voor de mensen van de derde leeftijd natuurlijk! “Hoe zou dat mens reageren moest ge haar op een heel strenge manier uitleggen dat ze het inderdaad niet mag lezen? Zou ze dat aannemelijk vinden? En stel dat ge tijdens het verder stappen even achteruitkijkt en merkt dat ze het tóch stiekem aan het lezen is, hebt ge dan voldoende reden om woedend terug op haar af te stevenen en haar de les te spellen?”
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.