Na zeven dagen in Wilrijk is er al redelijk wat gebeurd. Vandaag zijn we, zoals in alle voorgaande districten ook al gebeurde, de politie van Wilrijk tegen het lijf gelopen. Tegen het lijf gelopen is misschien niet de juiste bewoording… ze waren ons doelgericht aan het zoeken. En toen ze ons vonden hielden ze ons tegen terwijl we zoals gewoonlijk bij de mensen aan het aanbellen waren.
“Meneer, laat uwe pas eens zien.” Zei een agent nadat hij met zijn combi vlak naast ons was gestopt en was uitgestapt. Mijn kompaan Bachir en ik gaven onze identiteitskaarten af waarop de agent terug in de combi kroop. Daar bleef hij terwijl we geduldig buiten stonden te wachten. Na tien minuten daar zo te staan wachten begonnen we ons toch af te vragen wat hij allemaal aan het doen was.
“We zijn hier serieus tijd aan het bekakken. Als da hier nog lang duurt gaan we onze straten voor vandaag ni afkrijgen.” zei mijn kompaan ongeduldig.
“Ik ga eens vragen wa het probleem is en of ze misschien klachten over ons hebben gekregen” besloot ik. We stapten samen op de combi af en ik vroeg door het opengedraaide raam aan de agent wat het probleem was. Hij zei dat ze een telefoontje hadden gekregen van iemand die zei dat twee verdachte figuren in lange zwarte frakken bij alle deuren aan het aanbellen waren.
“En er gebeuren hier in de buurt veel inbraken dus wij moeten da controleren.” legde hij uit.
“Maar wij breken niet in, wij informeren.” Onderbrak mijn kompaan op zo’n serieuze manier dat ik in de lach schoot. Al goed dat mijn waarde conflater er bij was om meneer de politieagent daar van op de hoogte te brengen. De agent zag er blijkbaar de humor niet van in, want hij bleef heel ernstig en antwoordde: “Jaja da kan best zijn maar toch moeten we da nakijken.”
Nadat hij onze gegevens had genoteerd kregen we onze identiteitskaarten terug en mochten we verder gaan.
“Allé het is in orde, ge kunt verder gaan. Maar normaal, als ge zoiets doe, moet ge da eerst melden bij de politie. De flyer mag ik bijhouden zeker?” zei hij tenslotte terwijl hij de NEE-flyer die we hem hadden gegeven toonde.
“Natuurlijk.” Zeiden we met een glimlach waarop hij de motor startte en doorreed. Allé nu weten we tenminste dat we het moeten melden bij de politie als we in een district deur aan deur gaan hé. Wanneer we aan Hoboken beginnen zullen we de Hobokense flikken tijdig telefonisch op de hoogte brengen om verdere misverstanden te vermijden. Misverstanden vermijden is iets waar ook de plaasters van straatnaambordjes in Wilrijk heel belang aan hechten. Ze willen zelfs zo uitdrukkelijk de aandacht op gemaakte fouten vestigen, misschien om op die manier alle mogelijke misverstanden uit de weg te gaan, dat ze misplaatste bordjes gewoon met een vette rode lijn doorstrepen in plaats van ze te vervangen. Zo kunnen mensen duidelijk zien van “ahja, het is hier niet dié straat, maar wel dié straat!”. Wel slim gezien van die mannen. Zou men dezelfde techniek toepassen wanneer met per ongeluk een landingsbaan op een vliegveld verkeerd legt? In plaats van het af te breken er gewoon een honderden meters groot rood kruis over tekenen en er een andere landingsbaan naast leggen? Dan is het voor de piloot ook heel duidelijk waar hij niet mag landen en waar wél, nietwaar? Er zijn daarentegen misschien nogal wat mensen die zouden zeggen dat die manier van werken betrekkelijk inefficiënt en verkwistend is. Dat zou het ongenoegen dat we vandaag in die buurt hebben ondervonden misschien kunnen verklaren. Ongenoegen dat niet alleen bij de oude, maar ook bij de jonge bevolking leeft. Zo was er vandaag een groepje jonge kerels die hun ongenoegen aan ons kenbaar hebben gemaakt. Toen we ze passeerden riepen ze van de overkant van de straat lachend naar ons: “Ej matrix! De mannen van de matrix!”
“Ga er gewoon naartoe en leg uit wat we aan het doen zijn” zei mijn kompaan spontaan. Dat vond ik wel een goed idee, dus stapte ik onbevreesd op het groepje af. Ik gaf ze elk een flyer en deed mijn uitleg waar ze geïnteresseerd naar luisterden. Nadat ze enkele vragen hadden gesteld zei een van hen ineens: “Maar da interesseert mij eigenlijk geen kloten zenne, al die politici kunnen mijn kloten kussen!”. Waarop zijne maat hevig reageerde: “Awel ja gast, da is just wa hij aan het zeggen is! Als ge NEE stemt dan is da omda de politici uw kloten kunnen kussen!” Ik heb samen met hen hartelijk gelachen met die reactie en heb dan vriendelijk afscheid genomen. Zeggen dat de politici uw kloten kunnen kussen is ontegensprekelijk een uiting van ongenoegen, maar we zijn al mensen tegen gekomen die daar nog veel verder in gaan.
“Diej poletiek doar moetek niks van wete! Van moa meuge ze die allemol doejd schiete!” kwam een tijdje geleden de bijna agressieve reactie van een man van middelbare leeftijd.
“Ze allemaal dood schieten, die mogelijkheid bieden we nog niet, meneer.” zei ik voorzichtig lachend in de hoop deze man met een beetje humor te kunnen kalmeren. “Maar wel de mogelijkheid om tegen hun beleid protesteren.”
Mijn grap bleek te helpen want zijn gespannen houding ebde weg en hij nam zelfs de flyer aan. Ik hoop voor alle politici die bij hem in de buurt komen dat hij geen wapenvergunning heeft. De gevolgen van een dergelijke ‘politieke’ confrontati'e zouden bijzonder bloederig kunnen zijn.
Tot hiertoe hebben we naar schatting ongeveer 22.000 mensen persoonlijk aangesproken, in 103.000 brievenbussen een NEE flyer gestoken en 1100 kilometer gestapt.
Het dagboek is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Verwijzingen naar en beschrijvingen van personen komen meestal overeen met de werkelijkheid, maar worden soms overdreven en in het belachelijke getrokken. Het is in geen geval de bedoeling bepaalde personen te beledigen, het is enkel en alleen de bedoeling entertainende literatuur aan te bieden.